Kom ik voor een langdurigheidstoeslag in aanmerking?
Niet iedereen met een uitkering komt in aanmerking voor een langdurigheidstoeslag. U komt in aanmerking als u:

23 jaar of ouder bent, maar niet ouder dan 65;
vijf jaar of langer zonder onderbreking een bijstandsuitkering, een IOAZ-, IOAW- of nabestaandenuitkering hebt ontvangen;
in die vijf jaar moeite hebt gedaan om aan het werk te komen;
en niet meer eigen vermogen hebt dan u voor de bijstand mag hebben.
Alle voorwaarden gelden ook voor uw partner als u en uw partner samen een uitkering ontvangen.
Als u op een uitkering bent aangewezen omdat u zich niet voldoende hebt ingezet om een baan te vinden, maar u bent wel in staat om te werken, dan hebt u geen recht op een langdurigheidstoeslag. Het gaat er bij de langdurigheidstoeslag vooral om of u in staat bent om betaald werk te doen. Is het voor u heel moeilijk, zo niet onmogelijk om nog werk te vinden of uit te voeren, dan hebt u geen 'arbeidsmarktperspectief'. Om deze reden kunt u soms ook voor een langdurigheidstoeslag in aanmerking komen als u:

in de periode van vijf jaar zeer korte tijd hebt gewerkt en loon hebt ontvangen, maar u dit werk niet kon volhouden. Sociale Zaken bepaalt of u in dit geval een toeslag ontvangt.
of
volledig of gedeeltelijk arbeidsongeschikt bent en al vijf jaar of langer een volledige of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering (WAO/WIA-, Waz- of Wajonguitkering) ontvangt, die lager of even hoog is als een voor u geldende bijstandsuitkering.

Als u inkomsten in verband met arbeid heeft gehad, bijvoorbeeld een WAO-uitkering, is dat voor de gemeente Leeuwarden geen reden om uw verzoek zondermeer af te wijzen. De hoogte van de inkomsten is wel bepalend voor het recht op een langdurigheidstoeslag. Deze mogen niet hoger zijn geweest dan de voor u geldende bijstandsnorm.

Een wetswijziging dit jaar regelt dat u ook met “zeer geringe hoogte van de inkomsten” en “zeer geringe duur van de arbeid” een beroep kunt doen op Langdurigheidstoeslag. Zie punt 3.

Voorwaarden
(met terugwerkende kracht tot 01-01-2006):

1. U moet 23 jaar of ouder zijn maar jonger dan 65 jaar.

2. U moet op het moment van aanvraag ononderbroken 60 maanden een inkomen hebben gehad dat niet hoger was dan de bijstandsnorm. Voor een echtpaar is dit voor 2007 € 1236,86 per maand, voor een alleenstaande ouder € 1113,17 per maand, voor een alleenstaande € 865,80 per maand. Deze bedragen zijn netto en inclusief vakantiegeld.

3. U mag in de periode van 60 maanden maximaal in 3 maanden per kalenderjaar inkomsten uit arbeid hebben gehad. Deze inkomsten mogen per maand niet hoger zijn geweest dan de bedragen zoals genoemd onder 2.

4. U mag op het moment van de aanvraag geen korting op uw uitkering hebben omdat u te weinig heeft gesolliciteerd of omdat u een aangeboden baan heeft afgewezen.

5. Uw vermogen mag op het moment van aanvraag niet hoger zijn dan € 10.490,- voor echtparen en alleenstaande ouders en € 5.245,- voor alleenstaanden.

Let op! Als u een partner heeft, geldt het bovenstaande ook voor hem of haar!

Enkele voorbeelden:

1. Jan-Peter is al 6 jaar aangewezen op een bijstandsuitkering. Hij heeft twee jaar geleden parttime werk verricht in de horeca in de maanden juni, juli en september. Hij verdiende daarmee per maand minder dan zijn bijstandsnorm. De inkomsten werden voor 25% vrijgelaten tot een maximum van € 177, - per maand. Per saldo was zijn inkomen dus hoger dan zijn bijstandsnorm. Echter, vrijgelaten inkomsten uit arbeid (art.31Wwb) worden niet meegeteld voor de Langdurigheidstoeslag. Zijn inkomsten uit arbeid zijn geen beletsel voor de toekenning van een Langdurigheidstoeslag.

2. Jan-Peter heeft vorig jaar opnieuw vakantiewerk gedaan. In verband met uitbreiding van uren heeft hij in de maanden juni en juli méér verdiend dan zijn bijstandsnorm. De aanvraag voor Langdurigheidstoeslag moet nu worden afgewezen. Dit volgt rechtstreeks uit bovenstaand lid onderdeel a van art.36. Hij voldoet immers niet meer aan de voorwaarde, dat zijn inkomen niet hoger mag zijn dan de bijstandsnorm. Dat is flink balen voor Jan-Peter, want de komende jaren (60 maanden) blijft deze gebeurtenis hem achtervolgen. De gemeente kan hier niets aan veranderen omdat lid 1 onder a wettelijk is vastgesteld en dit lid geen beleidsruimte geeft.

3. Mevrouw Rozenberg heeft vorig jaar in de maanden maart, juni en juli en december parttimewerk verricht. De inkomsten waren in alle maanden lager dan haar bijstandsnorm. De Langdurigheidstoeslag moet worden afgewezen omdat zij in meer dan 3 maanden betaalde arbeid heeft verricht (gemeentelijk beleid)

De gemeente Leeuwarden wijst een verzoek niet zondermeer af wanneer iemand een gedeeltelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangt. Ontvangt u bijvoorbeeld een uitkering naar een arbeidsongeschiktheidspercentage van 50% dan heeft u misschien toch recht op een langdurigheidstoeslag. Dit hangt af de overige voorwaarden w