CLIËNTENRAAD WERK EN INKOMEN

De Cliëntenraad Werk en Inkomen is op 8 juli 2011 bijeengeweest om de Kadernota te bespreken.

Als algemeen commentaar wil de Cliëntenraad haar bezorgdheid uitspreken over het feit dat er bij het vaststellen van beleid steeds meer gesproken wordt over het inzetten door cliënten van het “eigen netwerk”, familie, buren enzovoorts. Die bezorgdheid wordt vooral ingegeven doordat de huidige tijd zich juist kenmerkt door het meer en meer wegvallen van sociale verbanden, het maatschappelijk middenveld, de sociale cohesie in wijken en familiale verbanden (niet voor niets wordt er in de nota verwezen naar het grote aantal alleenstaanden onder het klantenbestand, maar ook kan gewezen worden op de groeiende groep één-ouder gezinnen ).
Des te vaker zal het dus voorkomen dat mensen niet over een adequaat netwerk beschikken en geen vangnet hebben om op terug te vallen.

In de nota wordt enkele keren verwezen de diverse situaties waar het instrument van loondispensatie gebruikt kan worden. De cliëntenraad is van mening dat te allen tijde mensen het wettelijk minimumloon moeten kunnen ontvangen, onverlet welk deel een werkgever betaalt en welk deel de gemeente “bijpast”. Hierin, maar ook bij het (regelmatig) beoordelen van iemands inzetbaarheid, dient de gemeente duidelijk en transparant beleid te voeren, en zelf stevig de regie in handen te houden. In ieder geval dient voorkomen te worden dat het wettelijk minimumloon, en het recht daar op, wordt ondergraven.

Daarnaast dient gewaakt te worden voor arbeidsmarktverdringing van minder- en laaggeschoolden door mensen met een hogere opleiding. Deze zorg komt ook voort uit het verwijzen naar het aantrekken van hoger opgeleiden terwijl tegelijkertijd wordt opgemerkt dat hoger opgeleiden de neiging hebben werk onder hun niveau te accepteren. Het is dan de vraag of het aantrekken van juist die hoger opgeleiden leidt tot meer werkgelegenheid.
Daarbij vindt de Cliëntenraad de verwijzing naar problemen met betrekking tot het huisvesten van veel alleenstaanden (ten koste van het I-deel) eigenlijk niet thuishoren in deze nota.

Waar het bij cliënten gaat om werken naar vermogen, dient het bij werkgevers te gaan om belonen naar werk. Het is zaak voor de gemeente daarop te letten, ook en vooral daar, waar er sprake is van groei en het werkgeversaandeel in de loonbetaling dientengevolge zal stijgen. Het kan voor werkgevers aantrekkelijk zijn de noodzaak van loondispensatie van een werknemer te handhaven.

Ondanks herijking van het beleid inzake re-integratie dringt de cliëntenraad er op aan dat de gemeente coulant omgaat met het verlenen van ontheffing van het verrichten van activiteiten, betaald of vrijwillig voor cliënten met psychische of fysieke beperkingen of anderszins geen perspectief hebben op de arbeidsmarkt.
Verder spreekt de Cliëntenraad haar zorg uit over het niet meer aanbieden van trajecten aan inburgeringbehoeftige met geen of weinig “kans van slagen voor het inburgeringexamen”. Los van het arbeidsmarktperspectief zijn en blijven inburgeringtrajecten belangrijk. Hiervoor zullen middelen gevonden moeten worden.
Tenslotte dringt de Cliëntenraad aan op het houden van banenmarkten en dergelijke verspreid over de regio teneinde de reiskosten voor cliënten zo laag mogelijk te houden.

Ook is heeft de Cliëntenraad kennis genomen van wijzigingen van de diverse verordeningen maakt de cliëntenraad Werk en inkomen de volgende kanttekeningen:

Bij het voorkomen en beoordelen van “zeer ernstige misdragingen”, zoals aangeduid in het wijzigingsvoorstel Wet Investering in Jongeren en de Maatregelenverordening WWIK vraagt de Cliëntenraad zich af of het beoordelen van een en ander niet overgelaten dient te worden aan een onafhankelijke persoon, instantie of functionaris.
Met name vraagt de Cliëntenraad aandacht voor de gevolgen van een maatregel voor eventuele kinderen van een cliënt. Deze zouden geen slachtoffer mogen worden van misdragingen van ouders of verzorgers.

In de verwachting dat de gemeente aandacht schenkt aan bovengenoemde kanttekeningen komt de Cliëntenraad Werk en Inkomen tot een positief oordeel over de voorgestelde wijzigingen en het voorstel voor de in het kader van de wet Buig.

Namens de Cliëntenraad Werk en Inkomen,

J. Abma, voorzitter.